Direct naar content

Samen sterk: naasten als onmisbare schakel bij suïcidepreventie


Naasten voelen zich vaak machteloos als een dierbare worstelt met het leven, zeker als dat leidt tot gedachtes over zelfdoding. Terwijl zij juist veel kunnen betekenen in de hulpverlening. Binnen GGZ Rivierduinen werken we samen aan betere zorg rondom suïcidepreventie, met en voor naasten.

‘Naasten kennen hun dierbare het beste’, vertelt Tessa van der Linden, zorgadviseur bij GGZ Rivierduinen. ‘Ze kunnen daardoor goed inschatten hoe het écht met iemand gaat, en bij ons aan de bel trekken als de situatie verslechtert. Een naaste kan familie zijn, maar ook een goede buur, vriend of collega. Als de cliënt de persoon maar vertrouwt.’

Sturen vanaf de start

Veel cliënten met suïcidale gedachten zijn al bij ons onder behandeling voor andere problemen of stoornissen. Voor anderen is suïcidaliteit de reden dat ze bij ons terechtkomen. In beide situaties betrekken we naasten steeds meer bij de behandeling. ‘Als behandelaar heb je een belangrijke rol, bijvoorbeeld bij het maken van een veiligheidsplan’, stelt Tessa. ‘Samen met de cliënt leggen we vast wat die kan doen als het slechter gaat en wie er gebeld kan worden. Een van de eerste vragen is: welke naasten kunnen we betrekken bij het opstellen van dit plan? Zijn er geen naasten, dan moet de cliënt aangeven waarom. Dit vergroot het bewustzijn over de rol van naasten, zowel bij de behandelaar als bij de cliënt.’

Ervaringskennis benutten

Om de zorg rondom suïcidaliteit verder te verbeteren, doet GGZ Rivierduinen mee aan de Systematische Aanpak Suïcidepreventie (SAS). Bij dit landelijke programma werken we samen met vier ggz-instellingen en expertisepartners. Een belangrijke pijler van de SAS is samenwerking met naasten. Expertisepartner en ervaringsdeskundige Antwan Wiersma van Stichting Aurora adviseert hoe we ervaringskennis van naasten kunnen benutten. ‘Soms komt iemand met suïcidale gedachten pas in beeld bij een crisis. Op zo’n moment hebben mensen weinig behoefte om hun levensverhaal te delen, terwijl dit vaak waardevolle aanknopingspunten biedt voor de behandeling. Een naaste kan vertellen hoe het zover gekomen is en wat iemands leven zin kan geven.

’Samen met Rita van Maurik, familiecoach en lid van de werkgroep suïcidepreventie bij Mind, ontwikkelde Antwan een handreiking voor zorgprofessionals. Rita: ‘Daarin staan praktische handvatten voor samenwerking met naasten. We benadrukken ook dat zij vanuit meerdere rollen bijdragen aan suïcidepreventie: als co-begeleider, informatiegever en mantelzorger. Het is belangrijk dat hulpverleners deze bijdragen gebruiken.’

Ander perspectief

Maar wat als iemand geen naasten wil betrekken? Antwan: ‘Veel cliënten willen niemand tot last zijn. Maar als je vraagt: “Wie wil er dat het goed met je gaat?”, verandert dat hun perspectief.’ Rita vult aan: ‘Hulpverleners denken soms dat een cliënt uitdrukkelijk toestemming moet geven om informatie te delen en naasten te betrekken. Maar als hulpverlener heb je een inspanningsverplichting, je moet iemand helpen. Je kunt besluiten dat het nodig is dat je naasten op de hoogte houdt en hulp inroept. De wet geeft hier ruimte voor.’

Oog voor naasten

Naasten hebben zelf vaak ook steun nodig, benadrukt Tessa. ‘Via voorlichting en advies geven we handvatten hoe ze kunnen omgaan met een dierbare die suïcidaal is.’ Rita: ‘Naasten ervaren vaak verdriet, angst en onmacht. Als hulpverlener is het belangrijk dat je daar ook aandacht voor hebt.’ Tessa is blij met de samenwerking met Antwan en Rita. ‘Ze maken de sleutelrol van naasten zichtbaar en houden ons een spiegel voor. Papieren plannen zijn mooi, maar zorg dat je ook oog hebt voor wat je écht in de praktijk brengt.’

Gerelateerde artikelen