Hoe samenwerking binnen TEN de eetstoorniszorg versterkt
-
Nieuws
De juiste zorg bij een eetstoornis is niet altijd vanzelfsprekend. De wachttijden zijn lang en expertise is niet overal beschikbaar. In het Topreferent Eetstoornissen Netwerk (TEN) bundelen vijf hoogspecialistische ggz-instellingen hun krachten om deze zorg te verbeteren. De sleutel naar succes? Meer en betere samenwerking tussen specialistische ggz, huisartsen, wijkteams en maatschappelijke organisaties.

De nood is hoog. Dat ziet Wendy van der Hulst, verpleegkundig specialist bij GGZ Rivierduinen en actief binnen TEN. ‘Veel mensen lopen vast omdat ze niet de juiste zorg krijgen op het juiste moment. Dankzij TEN kunnen we kennis en behandelplekken beter verdelen en sneller schakelen, zodat cliënten niet tussen wal en schip vallen.’
In TEN werken vijf topreferente ggz-instellingen die eetstoornissen behandelen samen: GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula, Rintveld van Altrecht, Novarum van Arkin, Amarum van GGNet en Eetstoornissen Experts Netwerk. TEN ontstond in 2023 op initiatief van Stichting TopGGz om eetstoornisbehandelingen door het hele land te verbeteren en innovatie en kennisdeling te stimuleren. Van der Hulst: ‘De vijf instellingen binnen TEN nemen het voortouw om mét andere ggz-aanbieders het veld te versterken. Dat doen we op basis van vijf pijlers: kennisdeling, concentratie en spreiding patiëntenzorg, onderzoek, innovatie en consultatie.’
Slimme samenwerking
Het eerste jaar van TEN stond in het teken van het in kaart brengen van de concentratie en spreiding van eetstoornisaanbieders. ‘Er zijn namelijk regio’s waar helemaal geen eetstoornisaanbieders zijn’, vertelt Van der Hulst. ‘En dat is een probleem. Wij onderzoeken dit jaar waar er aanbieders bij moeten komen en hoe wij die spreiding meer kunnen stimuleren.’
Daarnaast maakte TEN in 2024 ook al verschil voor cliënten. Via TEN kunnen instellingen die vol zitten namelijk makkelijker cliënten doorverwijzen naar een plek waar wél ruimte is. Zo worden de wachttijden iets korter. ‘Bij Ursula hadden we bijvoorbeeld een lange wachtlijst voor mensen met Binge Eating Disorder. Dankzij TEN konden we snel schakelen met Novarum, waar op dat moment wél plek was. Zonder extra intake, gewoon direct op onze indicatie. Dat is pure winst’, aldus Van der Hulst.
Meer kennis en scholing
Op het gebied van scholing heeft TEN in kaart gebracht welke knelpunten er in ggz-opleidingen zijn als het gaat om de behandeling van eetstoornissen. Hetzelfde deden ze voor opleidingen van aanpalende beroepen, zoals die voor huisartsen. Het netwerk gaat een visie opstellen over wat binnen opleidingen de minimale kennisopbouw moet zijn op het gebied van eetstoornissen. TEN wil daarnaast een anorexia-nervosa-leergang ontwikkelen.
Voor onderzoek en innovatie is het TEN onderzoeksconsortium in het leven geroepen. ‘Alle vijf instellingen binnen TEN deden al gedeeld wetenschappelijk onderzoek, maar binnen het consortium intensiveren we dat. Hierdoor krijgen we meer onderzoekscapaciteit en kunnen we met elkaar subsidies binnenhalen.’
Vol voor consultatie
Hoewel TEN zich inzet voor alle vijf pijlers, hebben de deelnemers na het eerste jaar gekozen extra focus te leggen op één pijler. ‘Met TEN hebben we effectief vergaderd en prioriteiten gesteld over de vijf pijlers consultatie, patiëntenzorg, onderzoek, innovatie, opleiding en kennisdeling. Wij gaan vol voor consultatie, samen met de twee andere topreferente netwerken Hardnekkige Depressie en Autisme.’ Vertelt Eric van Furth, klinisch psycholoog bij GGZ Rivierduinen en zorginhoudelijk trekker van TEN. Consultatie houdt in dat de hoogspecialisatische ggz-instellingen binnen TEN hun kennis en expertise veel uitgebreider gaan delen met specialistische ggz, wijkteams en huisartsen.
Richting netwerkpsychiatrie
Van der Hulst legt uit waarom de consultatiefunctie zo belangrijk is: ‘Eetstoornissen zijn complexe psychiatrische aandoeningen die om hoogspecialistische zorg vragen. Maar op een gegeven moment is iemand stabiel en dan zie je vaak dat er andere uitdagingen spelen. Zoals sociale isolatie, problemen op school of werk, of een gebrek aan passende ondersteuning in hun eigen leefomgeving. In zo’n geval willen we cliënten doorverwijzen naar bijvoorbeeld een wijkteam of de huisarts, maar daar is vaak nog weinig kennis van eetstoornissen. Ook worden de lichamelijke klachten rondom eetstoornissen door hulpverleners vaak als spannend ervaren.’
Doel van de consultatiefunctie is om te zorgen voor betere zorg voor cliënten ná hun behandeling binnen de hoogspecialistische ggz. Het is een voorbeeld van netwerkpsychiatrie, een bekende beweging binnen de ggz. Hierbij krijgt een cliënt niet meer zorg vanuit één instelling, maar vanuit verschillende hulpverleners en naasten. Van Furth concludeert: ‘Het is spannend hoe de consultatiefunctie vanuit de hoogspecialistische ggz gaat bijdragen aan de jongste ontwikkelingen rond netwerkpsychiatrie binnen ggz-kerninstellingen.’
Lees hier meer over Eetstoornissen Ursula onderzoek.