Direct naar content

Een wereld zonder stigma’s begint bij jezelf

  • Verhalen

Job van den Heuvel is directeur Behandelzaken bij GGZ Rivierduinen. Dagelijks ziet hij de gevolgen van stigmatisering bij zijn cliënten. Daarom is zijn boodschap duidelijk: begeleid mensen met een psychiatrische aandoening naar een leven waarin vertrouwen voorop staat.

In mijn spreekkamer zit een cliënt van in de twintig. Diagnose: autisme. Het is een wonder dat hij hier zit, want liever komt hij zijn bed niet meer uit. Wat heeft het voor zin, vindt hij. Al van jongs af aan hoort hij van zijn omgeving dat hij minder is dan de rest. Regulier onderwijs? Gaat vast niet lukken. Een baan? Wordt lastig. Relatie, kinderen? Verwacht er maar niet te veel van.

Deze jongen gaat in mijn ogen niet zozeer gebukt onder zijn autisme, maar onder alle stigma’s die erbij horen. Zijn maatschappelijke rollen – die van student, werknemer, partner of toekomstige vader – zijn door zijn omgeving van hem afgenomen. Alles wat overblijft is het label ‘autist’. Niet zo gek dat hij gaandeweg zelf ging geloven dat hij niet meer meedoet in de maatschappij.

Stigma’s zijn overal

Helaas is hij niet de enige. Meer dan 70 procent van alle mensen met een psychiatrische aandoening krijgt te maken met uitsluiting en vooroordelen. Ze worden gepest, genegeerd of juist overmatig ontzorgd. Vooral door de directe omgeving – denk aan het gezin, vrienden, werkgevers, docenten en hulpverleners. Door al die invloeden ontwikkelt de helft van deze mensen een zelfstigma: een hardnekkige overtuiging dat je minder waard bent.

Hulpverleners doen het ook

Als behandelaar moet je van goeden huize komen om zo’n negatief zelfbeeld te keren. Want behalve dat je de stigma’s en zelfstigma’s van de cliënt zélf moet leren herkennen en bespreken, moet je ook bij jezelf te rade gaan. Als hulpverleners stigmatiseren we namelijk ook. Bijvoorbeeld door de manier waarop we met onze cliënten omgaan. Met alle goede intenties nemen we dingen voor ze uit handen. Zeggen we dat ze het maar rustig aan moeten doen. Of schrijven we pillen voor. In alles schemert door dat we vinden dat er een probleem is, en dat ze het zelf niet kunnen oplossen.

Er is meer dan praten en pillen

Het is ook niet gek dat we op deze manier helpen. Onze denkbeelden over mensen met psychiatrische aandoeningen zijn zo diep ingebakken dat we niet eens meer doorhebben dat we stigmatiseren. Zien we een dakloze op straat? Zal wel verslaafd zijn. Heeft iemand schizofrenie? Uitkijken, die is gevaarlijk. Deels zit het in onze natuur om anderen in een hokje te duwen, maar grotendeels is het aangeleerd. Tijdens onze opvoeding, maar ook door de media en zelfs door ons onderwijs. Sommige behandelaars denken bijvoorbeeld nog vanuit die klassieke methode: praten en pillen. Dit is niet per se verkeerd, want alle hulpverleners willen het beste voor hun cliënt en handelen uit liefde. Maar wat mij betreft moet en kan het anders.

Handen op je rug


Mijn ervaring is dat je de meeste mensen met een psychiatrische aandoening meer helpt door ze te begeleiden naar een leven waarin vertrouwen voorop staat. Ooit was ik werkzaam in de revalidatiezorg en hielp ik mensen met ernstig hersenletsel weer op de been. Daar leerde ik te verplegen met mijn handen op de rug. Zij hadden er namelijk niets aan als ik ze steeds weer opving en ondersteunde bij het lopen – zo duurde het alleen maar langer voor ze het zelf weer konden. In de psychiatrie is het net zo. Laten we na een diagnose niet meteen in de hulpstand schieten. Focus je liever gelijk op wat er allemaal nog wél lukt en hoe iemand zijn plek in de maatschappij kan behouden. Daarbij is het belangrijk om in gesprek te blijven met de cliënt, de familie, vrienden, werkgever en school. En oog te hebben voor de stigma’s waarmee iemand te maken krijgt.

Steeds kleine prikkels

Gelukkig wint deze vorm van herstelgerichte zorg steeds meer terrein binnen de ggz. Maar de weg naar een stigmavrije wereld is nog lang. Het goede nieuws? Stigma’s zijn aangeleerd, en dus kunnen we ze ook weer afleren. Dat begint bij bewustwording. GGZ Rivierduinen is sinds vijf jaar actief bezig om destigmatisering op de kaart te zetten. Voor medewerkers ontwikkelden we samen met (de helaas opgeheven) stichting Samen Sterk Zonder Stigma een Quickscan Destigmatisering. Hiermee brengen we binnen teams het gesprek op gang en geven we medewerkers de tools om stigmatisering bespreekbaar te maken. Onderling, maar ook bij cliënten en hun directe omgeving. Daarnaast organiseren we regelmatig landelijke webinars over dit onderwerp en ben ik actief betrokken bij Kenniscentrum Phrenos, dat zich inzet voor gelijke rechten voor mensen met ernstig psychische problemen. Binnen onze én andere ggz-instellingen delen we zo steeds kleine prikkels uit, in de hoop dat dit onderwerp bij iedereen op het netvlies blijft.

Blijven dromen

En tuurlijk, een diagnose is er uiteindelijk niet voor niets. Met destigmatiserend behandelen los je die niet zomaar op. Maar we voorkomen er wel een heleboel leed mee. Mijn droom is dat mensen met een psychiatrische aandoening niet meer compleet gedehumaniseerd bij mij op de bank belanden. Dat een jongen met autisme dromen houdt en die durft na te leven. Dat hij wél kan studeren. Wél kan werken. En misschien wél ooit vader wordt. Dat hij gezien wordt. Net als dat iedereen gezien wil worden. Want uiteindelijk zijn we allemaal mensen.

Gerelateerde artikelen