Direct naar content

De oude Paul begint langzaam weer terug te komen

  • Verhalen

Paul is cliënt bij GGZ Rivierduinen. Vorig jaar is hij in het Zegerkwartier Klinisch Herstel in Alphen aan den Rijn komen wonen. Hij wordt hier intensief begeleid omdat hij depressief is en last heeft van epilepsie. Het doel is dat Paul weer in zijn eigen huis gaat wonen. Paul is een sociale man met humor die er graag verzorgd uit ziet en goed kan luisteren.

‘Ik heb 30 jaar in de herenmode gewerkt. Door mijn epilepsie moest ik daar stoppen. Het UWV keurde mij voor 25 procent af en ik mocht niet meer in een winkel werken vanwege stress en spanning. Ik was hier niet blij mee. Ik kwam daarna terecht bij de Kringloopwinkel, op de kledingafdeling. En toen is het een beetje verkeerd gaan lopen. Het werk voelde als een degradatie, als falen. Van leidinggevende in een kledingzaak naar vuilniszakken open maken. Ik werd niet blij van het idee dat ik dat tot m’n 67e zou moeten doen.

Anderhalf jaar geleden heb ik geprobeerd een einde aan mijn leven te maken. Na deze poging ben ik in het ziekenhuis opgenomen. Ik was depressief en ging daarna ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Zat ik in een slechte fase, dan werd ik opgenomen. Knapte ik op en kon ik weer lopen, dan mocht ik naar huis. Zelf vond ik dat te snel en miste ik psychologische hulp daar. Na de laatste ziekenhuisopname verbleef ik vier maanden bij Beschermd Wonen van Rivierduinen in Oegstgeest. Aansluitend verhuisde ik vorig jaar zomer naar het Zegerkwartier Klinisch Herstel in Alphen. Om verder te herstellen, dichtbij mijn familie en vrienden en m’n eigen huis.

Ik kwam daar als wrak binnen. De psychiater heeft medicatie voorgeschreven en hierdoor heb ik geen angstaanvallen meer. En ook geen epilepsieaanvallen. Ik voel me een stuk beter en de oude Paul begint langzaam weer terug te komen. Een vrolijke jongen die geintjes maakt en mensen in de maling neemt. Ik lach weer vaker. Waar ik eerst alles weglachte is het nu gemeend.

Een keer per week zie ik mijn psycholoog, bij wie ik kan lachen en huilen. We hebben het over wat er in m’n hoofd speelt. Het praten hierover helpt. Hij zei dat ik meer van mijzelf moet gaan houden. Ik moest een lijstje maken met goede punten van mezelf. Toen ik nog diep in de put zat had ik dat niet gekund. Nu wel. We zitten in een stijgende lijn.

Daarnaast spreek ik regelmatig af met ervaringswerker Ingrid. Samen met haar heb ik ook een training gevolgd om in kwetsbare situaties zelf de regie te houden. En een EMDR-therapie heeft mij enorm geholpen om angstbeelden naar de achtergrond te krijgen en nare gedachten kwijt te raken. Zo moest ’s nachts het licht aanblijven en dit mag inmiddels uit. Als mij iets dwars zit, kan ik naar de begeleiders in het Zegerkwartier die 24/7 aanwezig zijn: zij begrijpen me en luisteren naar mijn verhaal. Als ik straks weer helemaal op mezelf woon krijg ik een wijkcoach, dat zal heel anders zijn.

Drie dagen per week ga ik naar mijn eigen huis. Op andere dagen sta ik achter de bar bij ontmoetingscentrum Het Trefpunt, sport ik of bereid ik mij voor op mijn gesprekken. Soms ben ik zo moe dat ik gewoon op m’n bed in slaap val. Ik steun ook een andere cliënt, iemand die ik nog van vroeger ken.

Veel mensen snappen niet wat er in m’n hoofd speelt. Ik wil met mijn verhaal begrip kweken en anderen helpen. Dat mensen die problemen hebben zich niet alleen voelen en erover durven te praten. Ik hoop dat ik op termijn weer aan het werk kan. En misschien krijg ik nog eens een vriendin. Voor de gezelligheid en waar ik mee kan praten in plaats van tegen de bank, want die zegt niet zoveel terug’.

Gerelateerde artikelen