‘Dankzij MBT heb ik leren voelen’
-
Verhalen
Al jaren had Bob last van dwangklachten. Toen hij op zijn 26e op zichzelf ging wonen lukte het niet meer om normaal te functioneren. Hij kwam in contact met GGZ Rivierduinen waar hij diverse behandeltrajecten volgde. Nu volgt hij Mentaliseren Bevorderende Therapie en heeft hij geleerd echt te voelen: ‘De dwang is totaal weg. MBT bleek voor mij echt de uitkomst.’
‘Eigenlijk had ik al járen last van dwangklachten. Maar toen ik op mezelf ging wonen, was het zo erg dat ik wel een robot leek.’ Aan het woord is Bob (35). Sinds 2019 is hij cliënt van Rivierduinen. ‘Ik werkte als monteur van hoogwerkers. Ik had al mijn diploma’s en was heel goed in dat werk. Maar ik werkte er samen met echte ‘alfa-mannetjes’ en viel buiten de groep en werd er gepest. Langzaam maar zeker belandde ik in een isolement. Want ik was ook overal bang voor – eigenlijk letterlijk overál voor. Vooral voor internet; ik had dan het idee dat mensen te dicht bij me kwamen. En dat wilde ik beslist niet: mensen dichtbij laten komen.’
Meer aan de hand
Werken werd voor Bob te zwaar en hij belandde in de WIA. En hij startte met therapie bij Rivierduinen. Eerst kwam hij in een dwanggroep terecht. ‘Dat was tijdens de COVID-tijd’, vertelt Bob. ‘Dat traject duurde twintig weken. Maar na afloop zeiden mijn begeleiders: “Er lijkt meer met jou aan de hand. Je dwangneurose komt ergens vandaan. Je gebruikt het om iets anders niet te voelen.”’ En dat klopte. Bob bleek op zijn achtste jaar te zijn misbruikt. ‘Maar dat heb ik al die jaren voor me gehouden’, zegt hij. ‘Ik durfde het niemand te vertellen, ook mijn moeder niet. Maar sinds die tijd ben ik wel ander gedrag gaan vertonen. Ik praatte bijvoorbeeld heel veel en ontwikkelde de dwangstoornis. Om controle te houden over mijn emoties deed ik inmiddels ook aan automutilatie.’
Non-verbaal
Na een traject van Schema Focus Therapie bleek Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor Bob de oplossing. ‘Ik moest leren om echt te voelen. Praten kan ik namelijk wel. Ik praatte altijd alles weg. Maar MBT is non-verbaal: je leert er om te voelen, ook wat er in je lijf gebeurt. Zo, nou… bij de eerste sessie kon ik amper nog op mijn benen staan. Door bepaalde vragen en opdrachten wordt er iets in je getriggerd. En omdat je beschadigd bent, kun je dat niet hanteren. Maar na een paar sessies wist ik: oké, nu ga ik trillen. Maar ik kan het handelen. Fysiek is deze vorm van therapie heel zwaar – in het weekend was ik helemaal kapot. Maar ik kreeg er wel antwoorden door.’
Triggers van anderen
Bob volgde anderhalf jaar, een keer per week MBT in groepsverband. Daarnaast krijgt hij twee keer per week individuele therapie. Bob: ‘Dan praten we iets meer, maar we gaan ook terug naar bepaalde traumatische situaties. De therapie in de groep vind ik fijn. Ook al is het zwaar om andermans emoties te zien. De eerste keer dacht ik: oe, oe wat heftig! Maar je leert veel van elkaar. De triggers van anderen lijken ook op die van mij. De mensen uit de groep komen nu echt dichtbij. Maar daar kan ik steeds beter mee omgaan. MBT werkt heel helend voor mij. Binnenkort start ik met een follow up-groep.’
Vrijwilligerswerk
Momenteel is de dwang goed hanteerbaar, zegt Bob: ‘Ik weet nu hoe ik mijn dwanggedachtes kan stoppen. Soms heb ik nog weleens een stressvolle dag en dan wil ik het liefst obsessief gaan schoonmaken. Maar dan ga ik bijvoorbeeld een film kijken of gamen, iets wat ik ook weer durf. En ik ga nu ook twee dagen in de week naar de dagbesteding. Daar ben ik het liefst creatief bezig; dat past goed bij me. Bovendien doe ik sinds kort vrijwilligerswerk in het Alrijne Ziekenhuis. Daar ben ik activiteitenbegeleider. Misschien kan ik me straks om laten scholen, want ik wil zeker weer gaan werken. Maar ik doe alles stap voor stap. Heel voorzichtig probeer ik ook vriendschappen aan te gaan. Ik ben dankbaar dat ik bij Rivierduinen steeds zo snel kon doorstromen naar een nieuwe therapievorm. Je hoort steeds veel over lange wachtlijsten, maar daar had ik geen last van. Dat was fijn.’

Uit respect voor deze cliënt worden niet alle klachten expliciet weergegeven.
Een artikel vanuit het Jaarverslag 2024.