Autisme in het gezin: een gezamenlijke zoektocht
-
Verhalen
Een veilige thuishaven is voor ieder kind belangrijk, maar zeker voor kinderen met autisme. GGZ Rivierduinen betrekt daarom het hele gezin bij de behandeling: de ouders én eventuele broertjes en zusjes. GZ-psycholoog Gabrine Jagersma: ‘Als de wereld om je heen overweldigend is, móet je ergens tot rust kunnen komen.’
Van systeemtherapie tot psychomotorische therapie – voor kinderen en jongeren met autisme heeft GGZ Rivierduinen een speciaal op hen afgestemd aanbod. ‘Als je tussen de 4 en 25 jaar bent en autisme hebt of er een vermoeden van is, dan kun je bij ons terecht voor diagnostiek en behandeling’, vertelt Gabrine Jagersma, GZ-psycholoog bij Rivierduinen. ‘We weten dat autisme zich op heel veel manieren kan uiten en dat je daar op verschillende momenten in je leven meer of minder last van kan hebben. Verwachtingen, meegemaakte levensgebeurtenissen en de omgeving waarin je opgroeit spelen hierbij een rol. Van begin af aan betrekken we daarom zoveel mogelijk het hele gezin bij de behandeling. De interactie thuis heeft namelijk grote invloed op de ontwikkeling van kinderen en jongeren.’
Een loyaliteitsconflict
‘Ik leg autisme vaak uit als een andere manier van denken en informatie verwerken. Dat brengt zowel kwaliteiten als uitdagingen met zich mee en heeft een groot effect op je dagelijks functioneren. Bijvoorbeeld op hoe je omgaat met situaties en alle prikkels die je op een dag binnenkrijgt. Als de wereld om je heen overweldigend is, moét je ergens tot rust kunnen komen. Meestal is thuis de plek waar je na een dag kan ontladen. Voor kinderen met autisme, die zich vaak overdag veel moeten aanpassen om mee te kunnen komen, kan het zijn dat ze eenmaal thuis moe en prikkelbaar zijn. Soms komt alle frustratie en boosheid er dan uit, juist omdat ze zich thuis vertrouwd voelen. De rest van het gezin krijgt het dan flink te verduren.’
Gabrine weet dat het voor veel gezinnen een gepuzzel kan zijn. ‘Voorspelbaarheid is vaak belangrijk voor iemand met autisme omdat dit houvast biedt, maar dat vraagt ook veel van de andere gezinsleden. Broers en zussen zeggen wel eens: “Ik moet me altijd aanpassen, want mijn broer of zus doet het niet.” Dat kan voor een loyaliteitsconflict zorgen: aan de ene kant zijn ze heel trots en zien juist de kwaliteiten van hun broer of zus, maar ze kunnen zich ook ergeren aan het feit dat ze veel moeten incasseren. Het is belangrijk dat al die gevoelens er mogen zijn, dat erover gesproken wordt.’
De zorgrol loslaten
Voor die erkenning en herkenning is er de brusjesgroep: een ontmoetingsplek voor broertjes en zusjes van een kind met autisme. Eva van der Zee, trainer bij de brusjesgroep: ‘Drie middagen komen kinderen tussen 8 en 12 jaar samen om te praten over autisme. We leggen uit wat het is en hoe je met lastige situaties omgaat, we delen ervaringen en staan stil bij de kwaliteiten van iemand met autisme. Voor de brussen is het heel fijn om een plek te hebben waar ze open kunnen praten over dat het soms best lastig is om een broertje of zusje te hebben met autisme. In de groep hoeven ze niet bang te zijn om iemand voor het hoofd te stoten. Thuis kan het best ingewikkeld zijn voor brussen om aan te geven dat ze het lastig vinden. Ze zijn vaak bang hun ouders bezorgd te maken of nog meer te belasten.’
‘We hopen dat de brusjesgroep de weerbaarheid van de broers en zussen vergroot. Ook benadrukken we dat ze goed aan zichzelf moeten denken’, vertelt Eva. ‘Het is fijn voor de kinderen om beter te snappen waarom hun broer of zus bepaald gedrag vertoont. Het helpt hen om hiermee om te gaan. Daardoor kunnen spanningen binnen het gezin afnemen en hopen we dat de onderlinge band verbetert.’
Tijdens de middagen staan debrussen ook stil bij hun eigen kwaliteiten. ‘Van ouders hoor ik dat deze bekrachtiging de kinderen stimuleert om de zorgrol een beetje los te laten’, vult Gabrine aan. ‘Soms begrijpen zij hun broertje of zusje namelijk zo goed dat ze bijna een vertaalcomputer zijn. Ze vertalen hun broertje of zusje met autisme naar de buitenwereld en andersom. Een bijzondere rol, maar wel een hele verantwoordelijkheid.’
Zonder waardeoordeel
‘Ieder kind met autisme is anders. Hoe belangrijk het ook is om het hele gezin bij de therapie te betrekken, het blijft altijd een persoonlijke zoektocht’, benadrukt Gabrine. ‘Maar die levert ook hele mooie gesprekken op. Toen ik eens in een gezinsgesprek aan een jong meisje vroeg wat ze merkte van het autisme van haar zusje, antwoordde ze: “Dat mijn zusje anders is dan ik, haar lievelingskleur is roze en mijne oranje. Zij speelt liever alleen en ik liever met vriendjes.” Ze noemde allerlei verschillen op, maar zonder waardeoordeel. Dat vond ik zo mooi. Het is een feit dat brussen zich vaak veel moeten aanpassen, maar het helpt als een gezin elkaar beter begrijpt om samen te kunnen zoeken naar oplossingen.’